Vlogserie over oncologienetwerk Concord

Wanneer je de diagnose kanker krijgt wil je natuurlijk de best mogelijke zorg. Om deze zorg te kunnen bieden is samenwerking en kennisdeling van belang. Hier speelt het Oncologienetwerk Concord een belangrijke rol bij.

Om de succes verhalen van samenwerking zichtbaar te maken en te delen, vertellen in een serie vlogs professionals en patiënten over regionale kankerzorg.

Aan het woord in dit eerste vlog:

  • Kristel Kuiper, mantelzorger en vlogster
  • Noesja Hoffschlag, communicatieadviseur Concord
  • Jacqueline de Wit, regiomanager oncologienetwerk Concord
  • Saskia van Hoogdalem, huisarts en ervaringsdeskundige (kankerpatiënt).

De ‘motor’ achter tumorgroei bij blaaskanker.

Uroloog  Joost Boormans, werkzaam  in het Erasmus MC  in Rotterdam,  vertelt  in een artikel op de site van de Hartwig Medical Foundation  over kanker aan de urinewegen en de behandeling hiervan. Deze  vormen van kanker staan in de top 10 van meest voorkomende tumorsoorten, maar krijgen weinig aandacht terwijl  de tumoren vaak een vrij agressief verloop hebben.  In  het artikel  wordt uitgelegd  welk onderzoek er nu verricht wordt naar deze vormen van kanker.

Dr. Joost Boormans, uroloog in het Erasmus MC in Rotterdam, behandelt vooral urotheelkanker, tumoren die uitgaan van de urinewegen. Blaaskanker is daarvan de meest voorkomende. “De diagnose hiervan wordt gesteld door een uroloog, die ook de behandeling doet”, vertelt Boormans. “Voor patiënten met invasieve blaaskanker wordt het behandelplan door meerdere specialisten gemaakt, omdat zowel chirurgie, radiotherapie als chemotherapie aan bod kunnen komen.” Voor patiënten met uitgezaaide urotheelkanker was tot voor kort chemotherapie de enige behandeloptie, maar nu is ook immunotherapie beschikbaar. “Bij een deel van patiënten wordt de tumorgroei door immunotherapie langdurig tot stilstand gebracht, maar bij een grote groep werkt het helaas niet en is de levensverwachting beperkt. Helaas kunnen we deze groepen vooraf nog niet goed van elkaar onderscheiden.”

Agressief verloop tumor
Kanker aan de urinewegen staat in de top 10 van meest voorkomende tumorsoorten. Maar in het verleden is er veel meer onderzoeksgeld gegaan naar kankersoorten die nog vaker voorkomen. “De verbetering in de behandeling van bijvoorbeeld borst-, prostaat- en huidkanker is hierdoor versneld. Ontwikkelingen bij kanker aan de urinewegen zijn enorm achtergebleven”, aldus Boormans. Het lastige van kanker aan de urinewegen is dat de tumor over het algemeen een vrij agressief verloop heeft. De kans op uitzaaiingen (metastasen) in de eerste vijf jaar na de diagnose is groot. “Dit maakt het uitdagend om nieuwe behandelingen te onderzoeken. Als een behandeling faalt, gaan patiënten met metastasen soms zo snel achteruit dat er geen tijd is om een volgende lijn van therapie te starten.”

Hartwig Medical Foundation heeft inmiddels de complete DNA-volgorde van een groot cohort uitzaaiingen van urotheeltumoren in kaart gebracht, vertelt Boormans. “We willen onderzoeken hoe het komt dat deze tumorsoort zich zo agressief gedraagt. Het is bekend welke genen vaak veranderd zijn bij urotheeltumoren, maar we weten nog niet hoe het komt dat ze zo gemakkelijk uitzaaien naar de lymfeklieren of lever. We hopen te ontdekken welke afwijkingen in de tumor daarvoor zorgen, zodat we ons specifiek kunnen richten op die ‘motor’ achter de tumorgroei.”

Complete DNA zo vroeg mogelijk in kaart
Boormans ziet klinische toepassingen in de uitgebreide DNA-test (whole genome sequencing-test) van Hartwig Medical Foundation, waarbij het complete DNA van de tumor van een patiënt in kaart wordt gebracht. “In de ideale situatie breng je meteen het complete DNA in kaart als een patiënt met een niet-uitgezaaide kanker binnenkomt. Als de tumor dan later onverhoopt terugkomt, kun je weer een biopt nemen en kijken of en op welke manier het DNA van de tumor veranderd is. Je ziet in tumoren van patiënten in de loop van de tijd vaak DNA-veranderingen optreden als gevolg van blootstelling aan behandelingen, waardoor tumorcellen ongevoelig worden voor een bepaalde behandeling. Nu zijn dit soort testen nog prijzig, maar ze zullen in de toekomst goedkoper worden en dan kunnen we ze grootschalig gaan gebruiken”, aldus Boormans. Hij maakt hierbij de kanttekening dat een whole genome sequencing-test een schat aan informatie oplevert. “Dat is natuurlijk mooi, maar het kan ook lastig zijn om hieruit de juiste informatie te vissen.”

Soms verstandig om niet te behandelen
De uroloog verwacht dat moleculaire diagnostiek in de toekomst een grotere rol gaat spelen bij de behandelkeuze. “Ook andere factoren, zoals leeftijd en de medische voorgeschiedenis blijven natuurlijk belangrijk bij de besluitvorming. Maar ik denk dat we een steeds beter model kunnen maken waarmee we voor iedere individuele patiënt de beste behandeling kunnen bepalen. Daar kan dan ook uitkomen dat het verstandig is om niet te behandelen, omdat voor die patiënt de voordelen van een behandeling niet opwegen tegen de nadelen.”

Unieke faciliteit in Nederland
Boormans noemt Hartwig Medical Foundation een unieke faciliteit in Nederland. “Soms kijken we met een jaloerse blik naar wat er gebeurt in Amerika op het gebied van het sequencing (het bepalen van de DNA-volgorde – red.) maar Hartwig Medical Foundation laat zien dat het bundelen van krachten in een relatief klein land tot iets heel moois kan leiden.”

Focusgroepen
Dr. Joost Boormans, uroloog in het Erasmus MC, is voorzitter van de focus group Urothelial Cancer. Doel van de focusgroepen, waar Hartwig Medical Foundation bij de opstart betrokken is geweest, is om het onderzoek en het gebruik van genetische en klinische data uit de Hartwig databank verder te stimuleren rond een bepaalde tumorsoort of thema/behandeling.

Vijf vragen aan Erna Elfrink linkin pin oncologienetwerk Zuidwest

Welke rol heb je bij de verdere ontwikkeling van de regionale netwerkvorming oncologie?

Voor de komende vier jaar ben ik vanuit het Erasmus Kanker Instituut de (nieuwe) linkin pin tussen het NFU/Citrienfonds en ons regionale oncologienetwerk Zuidwest Nederland. Voor deze  periode is het belangrijk om de landelijke projecten naar de regio te vertalen en ervoor te zorgen dat iedereen hiervan gebruik kan maken. Mijn rol zie ik als de verbinder; tussen de projecten binnen de regio en de twee (sub)netwerken CONCORD en EMBRAZE.

Hoe zie je dat met de komst van het regiobureau CONCORD?

Dat betekent dat de regiomanager van EMBRAZE (Jet van Lierop) en regiomanager (de nieuwe collega) van CONCORD en ik als een drie-eenheid zullen optreden voor het hele netwerk Zuidwest Nederland. Met elkaar stimuleren we de tumornetwerken en de best practises in de regio waarbij mijn taak hierover terug te koppelen naar de landelijke partijen en stakeholders.

Wat vind je de belangrijkste ontwikkeling die is doorgemaakt?

Ik ben onder de indruk van wat er is gebeurd in onze regio op het gebied van netwerkzorg oncologie. Er is discussie geweest of dit landelijk gestimuleerd moet worden of juist meer vanuit de regio omdat het daar ‘echt’ gebeurt. Het is goed dat er op landelijk niveau (binnen thema’s) kaders zijn uitgezet. Daar hebben we op regioniveau nu profijt van. Daarom zijn we zo ver gekomen met de samenwerking tussen de ziekenhuizen. Er zijn concrete afspraken over de zorg; waar mogelijk dichtbij, indien nodig verder weg. Ook met de oprichting van het (sub)netwerk CONCORD is er het besef dat we een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben. Er ligt een hele solide basis om verder te ontwikkelen.

Wat gaat de patiënt merken van de komende ontwikkelingen?

De patiënt gaat merken is dat hij/zij in meerdere ziekenhuizen of locaties behandeld zal gaan worden. We zullen de patiënt hier op moeten voorbereiden en informeren over het ‘hoe’ en ‘waarom’ hiervan. Hier ligt ook de uitdaging als het we het hebben over het casemanagement binnen het netwerk; voor het hele zorgtraject van de patiënt. Dat is beslist iets waar we de komende periode met elkaar aan gaan werken.

Hoe ziet de oncologische zorg in onze regio eind 2020 uit?

Over vier jaar hebben we de regionale samenwerking verder geconcretiseerd en stellen we voor elke patiënt gezamenlijk het behandeltraject vast. Daarmee wordt het voor de hem of haar direct duidelijk hoe het zorgtraject zal verlopen; het hoe, waarom en ook het waar. Samenwerken is hierbij het sleutelwoord. Dichtbij waar het kan en verder weg als het moet. We zijn heel goed op weg, maar er moet nog veel gebeuren!

Vijf vragen aan Manuel Castro Cabezas van het schildkliernetwerk

Welke rol had je bij de ontwikkeling van de regionale netwerkvorming oncologie?

Ik ben initiatiefnemer en één van de oprichters van het Schildkliernetwerk. Dit netwerk is een samenwerkingsverband tussen elf regionale ziekenhuizen. Momenteel ben ik naast Internist-endocrinoloog en vasculair geneeskundige  ook voorzitter van het (dagelijks)bestuur van het schildkliernetwerk.

Wat vind je de belangrijkste ontwikkeling die is doorgemaakt waar je bij betrokken was?

Het operationeel maken van een breed gedragen, multidisciplinair samenwerkingsverband tussen oncologisch specialisten uit verschillende ziekenhuizen. Dagelijks werken we aan excellente zorg voor patiënten met schildklierkanker. Onze kennis en ervaring delen we voortdurend met elkaar. Wat de kwaliteit van de behandelingen ten goede komt.

Wat heeft een belangrijke rol gespeeld bij deze regionale netwerkvorming?

Het schildkliernetwerk is het een initiatief van specialisten uit meerdere ziekenhuizen. Het is echt een gezamenlijke inspanning en je ziet bij iedereen optimale inzet. Mede dankzij de steun van de stichting Beter Keten is deze regionale samenwerking tot stand gekomen.

Wat heeft de patiënt gemerkt van deze ontwikkeling(en)?

Ongeacht in welk ziekenhuis de diagnose wordt gesteld, overal gelden dezelfde protocollen en zorgpaden. Elke patiënt in onze regio is verzekerd van een optimaal behandelplan en de beste medische zorg. De samenwerking biedt de mogelijkheid om meer wetenschappelijk onderzoek te doen, sneller te innoveren en wanneer patiënten hiervoor in aanmerking komen de modernste behandelingen aan te bieden.

Hoe zie je de toekomst voor de regionale oncologische samenwerking?

Betere vastlegging van uitkomstparameters en toetsbare kwaliteitscriteria. Dit zal de kwaliteit van onze kankerzorg een enorme impuls geven.

Minister Bruins ontvangt Agenda Oncologische Netwerkzorg 2019-2020

Trefzekere zorg voor iedere patiënt met kanker, nu en in de toekomst. Dat is de gezamenlijke missie van de Taskforce Oncologie en het landelijke programma ‘Naar regionale oncologienetwerken’. Wat dat betekent en wat er voor nodig is, beschrijft de Agenda Oncologische Netwerkzorg 2019-2022 die  woensdag 19 december 2018 werd gepresenteerd aan minister Bruins van Medische Zorg en Sport. De Agenda is te lezen via de link onderaan dit bericht.

Patiënten met kanker leggen een ingrijpend pad af, zowel bij de diagnostiek en behandeling als in hun leven en werk. In deze patient journey werken verschillende professionals en zorgaanbieders samen in een zorgnetwerk. Daarbij staat voorop dat iedere patiënt de best passende behandeling krijgt, in een goed proces van ‘samen beslissen’. De komende jaren gaan alle partijen die de Agenda Oncologische Netwerkzorg steunen, met betrokkenheid en draagvlak van hun achterbannen uitwerking geven aan trefzekere oncologische zorg.

Wat is daarvoor nodig?
Voor het best mogelijke behandelplan is het volgende essentieel: goede samenwerking van professionals in het netwerk, beschikbaarheid van benodigde informatie en expertise in het netwerk, afstemming in een multidisciplinair overleg en goede besturing van zorgnetwerken. Voor patiënten vraagt dit om transparantie van beschikbare expertise en behandeluitkomsten en een goed proces van samen beslissen. Voor professionals vraagt dit om standaarden voor informatie-uitwisseling en de technische mogelijkheid voor het uitwisselen van diagnostische beelden. Om een integraal behandelplan en een persoonlijke gezondheidsomgeving te realiseren, dienen zorgprofessionals beter ondersteund te worden, onder meer met digitale middelen en data- en beelduitwisseling over de muren van het ziekenhuis heen. Daarvoor is het belangrijk de huidige knelpunten op het gebied van ICT-mogelijkheden, afhankelijkheid van ICT-leveranciers, privacywetgeving en toenemende administratielasten voor zorgprofessionals weg te nemen. Dit zijn zorgbrede problemen. Regie van de overheid is vereist.

Impactconferentie
De Taskforce Oncologie en het programma ‘Naar regionale oncologienetwerken’ presenteren hun Agenda Oncologische Netwerkzorg op de Impactconferentie Trefzekere oncologie: optimale zorg in netwerken. Gerenommeerde keynote speakers – Simon Oberst (University of Cambridge), prof.dr. Bas Bloem (Radboudumc) en prof. Mathieu Weggeman (em. hoogleraar TUE) – schetsen daar het grote belang van netwerkzorg en de meerwaarde die dit biedt voor nog betere kankerzorg. Het programma ‘Naar regionale oncologienetwerken’ presenteert op de conferentie welke resultaten het de afgelopen jaren heeft geboekt. Ook komt aan de orde wat er de komende jaren concreet aangepakt moet worden. Persoonsgerichte integrale zorg, samen beslissen, goede en veilige digitale uitwisseling, eenduidige en eenmalige registratie van gegevens en adequate financiering zijn daarbij belangrijke thema’s. De overkoepelende missie is duidelijk: trefzekere zorg voor iedere patiënt met kanker!

Taskforce Oncologie
In de Taskforce Oncologie bundelen de volgende organisaties hun krachten: de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU), de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK), de Stichting Oncologische Samenwerking (SONCOS – die de Federatie Medisch Specialisten (FMS) vertegenwoordigt) en kennis- en kwaliteitsinstituut IKNL.

Meer informatie over het landelijke programma regionale oncologienetwerken via deze  website: https://www.oncologienetwerken.nl/nieuws/agenda-oncologische-netwerkzorg-voor-minister-bruins

Prostaatcentrum Anser van start

Rotterdam heeft nieuwe operatiekliniek voor patiënten met prostaatkanker: het Anser prostaatcentrum in het Maasstad Ziekenhuis. Een bijzondere en noodzakelijke regionale samenwerkingsverband  tussen 7 ziekenhuizen:  Erasmus MC Kanker instituut, Franciscus & Vlietland, Albert Schweitzer Ziekenhuis, Maasstad Ziekenhuis, HMC, LUMC en OLVG. Dit waarborgt niet alleen, door het grote aantal operaties, een hoog operatie niveau maar is tevens een  goede basis voor verder onderzoek.

Meer weten over dit unieke regionale samenwerkingsverband, kijk op www.anserprostaatcentrum.nl

Veel makkelijker om zorg te geven in andere zorginstelling binnen netwerk.

Het wordt artsen veel makkelijker gemaakt om een patiënt zorg te geven in een andere #zorginstelling binnen een netwerk, bijvoorbeeld als daar bepaalde faciliteiten beschikbaar zijn die nodig zijn voor de behandeling. De patiënt houdt op beide locaties gewoon dezelfde arts en ingewikkelde verrekeningen zijn niet meer nodig. Hiermee komt het bieden van de juiste zorg op de juiste plek weer een stap dichterbij. De Nederlandse #Zorgautoriteit kondigde vorige week deze aanpassing van de regels rond samenwerking bij medisch-specialistische zorg aan.

De opstellers van het zojuist verschenen rapport Ontwikkeling van #oncologienetwerken in Nederland. Aanbevelingen voor organisatie en financiering zagen het goedkeurend aan. Zij zijn ervan overtuigd dat de gesprekken en de rondetafelconferenties over financiering van netwerken die zij organiseerden een flinke zet in de goede richting hebben gegeven. Lees hier de aankondiging van de #NZa.

Het rapport geeft een inventarisatie en analyse van  oncologische netwerken in Nederland. De onderzoekers gaan vervolgens de diepte in met een analyse van de aanleiding voor netwerkvorming en de belemmerende en bevorderende factoren daarbij. De belemmeringen draaien vaak om financiering. Dit onderzoek maakt deel uit van het Citrienprogramma Naar regionale oncologienetwerken.

Verschillende netwerken
Er zijn verschillende redenen waarom ziekenhuizen er voor kiezen zorg binnen een netwerk te organiseren. Dat kan zijn om gezamenlijk te voldoen aan (volume-)normen en daarmee de zorg in de regio te kunnen behouden. Ook wordt binnen netwerken de verbinding gezocht tussen de tweede, derde en vierde lijn om samen de kwaliteit van de zorg hoog te houden en de juiste zorg op de juiste plek te bieden. Er zijn verschillende typen netwerken te onderscheiden. Het aantal deelnemende ziekenhuizen verschilt, er kan wel of niet een UMC betrokken zijn en uiteraard verschilt vaak ook het tumortype waar het netwerk zich op richt.

Overeenkomsten zij er ook. De meeste netwerken doorlopen een soortgelijke ontwikkeling, van initiatief en starten vanuit de inhoud tot het organiseren van bestuurlijke betrokkenheid. De onderzoekers zien overal dat het essentieel is dat de betrokken medisch specialisten elkaar op inhoud vinden. Die verbinding dient als basis om vanuit een in eerste instantie informeel samenwerkingsverband door te groeien naar een formeel oncologienetwerk. In dit proces lopen netwerken tegen dezelfde belemmerende factoren aan, zoals mogelijk productieverlies. Bovendien spelen overeenkomstige bevorderende factoren een grote rol, zoals goede onderlinge relaties en vertrouwen.

Obstakels in de financiering
De netwerken ervaren veelal dezelfde belemmerende factoren als het gaat om financiering. Die obstakels kunnen groot zijn. Het rapport onderscheidt vier verschillende aspecten aan dit onderwerp:
    bekostiging van de patiëntenzorg: registratie en declaratie van het primaire proces;
    financiering van de algemene kosten en de organisatiestructuur van een oncologienetwerk;
    bekostiging van het multidisciplinair overleg (MDO) en de expertopinie;
    invloed van prikkels in het Nederlandse zorgstelsel.

Op alle vier de fronten is sprake van belemmeringen die de gewenste ontwikkelrichting van de oncologische zorg in Nederland in de weg staan. Bij de bekostiging van het primaire proces spelen NZa-regelgeving en beperkte mogelijkheden tot administratieve uitwisseling tussen ziekenhuizen een rol. Daarnaast zoeken veel oncologienetwerken antwoord op de vraag hoe en door wie de algemene kosten van een netwerk gefinancierd kunnen worden. Mogelijke oplossingsrichtingen variëren van het optuigen een ondersteuningsorganisatie met financiering per individueel netwerk, via een bundeling van ondersteuningsactiviteiten in een regionaal bureau dat meerdere netwerken bedient tot een landelijk gefinancierde ondersteuningsstructuur die alle netwerken gaat faciliteren. Medisch-inhoudelijk zijn het MDO en de expertopinie voor oncologienetwerken van groot belang. Hier wordt de kwaliteitsslag gemaakt voor de oncologische patiënt. Dit kost steeds meer tijd, die echter tot nog toe niet als zodanig wordt vergoed.

Prikkels in het Nederlandse zorgstelsel hebben veel invloed op totstandkoming en functioneren van netwerken. Die prikkels stimuleren vaak productie binnen de individuele ‘schotten’ en belemmeren zodoende de inrichting van oncologische netwerken. Dit alles betekent niet dat er majeure stelselwijzigingen noodzakelijk zijn. Het rapport beveelt aan om gezamenlijk te verkennen hoe productieprikkels kunnen worden beperkt en hoe kwaliteitsprikkels juist meer naar voren kunnen komen in de contracteringsafspraken tussen ziekenhuizen (of wellicht oncologienetwerken) en verzekeraars.
De onderzoekers tekenen hierbij aan dat het opnemen van kwaliteitsprikkels in de contractering veronderstelt dat kwaliteit meetbaar is. Daarom is het noodzakelijk om processen, uitkomsten en ervaringen van regionale oncologienetwerken te meten. Deze ontwikkeling komt ook tegemoet aan de wens om te komen tot Waardegedreven zorg.

Bron: www.oncologienetwerken.nl

Conferentie Trefzekere oncologie, optimale zorg in netwerken

Op 19 december organiseert het Citrienfonds – Naar Regionale Oncologienetwerken –  in samenwerking met de taskforce Oncologie de conferentie Trefzekere Oncologie. Het is een invitational conference voor bestuurders van ziekenhuizen, huisartsenzorg, voorzitters-staf van CCN’s, projectleiders Citrienprogramma, voorzitters van oncologiecommissies, regionale tumorwerkgroepen en medisch-wetenschappelijke en verpleegkundige verenigingen, bestuurders NZA, ZN, Zorginstituut, OECI, ministerie VWS en EZ.

Locatie: Van der Valk Utrecht

Meer weten? Kijk op de website van het programma Naar Regionale oncologienetwerken  onder agenda.

Patiënt steeds vaker betrokken bij medische keuze

Het Erasmus MC timmert in samenwerking met 7 andere ziekenhuizen aan de weg met ‘uitkomstgerichte zorg’. Dit wordt ook ‘waarde-gedreven zorg’ genoemd. Het houdt in: streven naar de beste uitkomsten en ervaringen die de patiënt wil hebben in relatie tot het zorgpad dat hij moet bewandelen om dat allemaal te bereiken.

Als iemand bijvoorbeeld van tevoren had geweten dat hij vanwege plastabletten voortaan altijd een droge mond zou hebben, had hij misschien niet voor deze therapie gekozen. Dan had hij wellicht samen met de arts kunnen streven naar een andere uitkomst. En als een 85-jarige was verteld dat hij na het voorschrijven van medicatie maandelijks voor controle moest terugkomen naar het ziekenhuis, had hij misschien wel bedankt voor de geneesmiddelen, omdat hij dit onderdeel van het zorgpad te belastend vond in relatie tot de gezondheidswinst.
……….
Lees het hele artikel Welke uitkomsten vindt u zélf belangrijk?  Door Gerben Stolk, dd. 18 september, 2018

Maasstad Ziekenhuis koploperziekenhuis prostaatkankeroperaties

Het Maasstad Ziekenhuis is trots op benoeming tot koploperziekenhuis prostaatkankeroperaties.
Om de kwaliteit van prostaatkankeroperaties te stimuleren heeft Zilveren Kruis, samen met de ProstaatKankerStichting (PKS) en de Nederlandse Federatie voor Kankerpatiëntenorganisaties (NFK), drie koplopers aangewezen op het gebied van prostaatkankeroperaties. Peter Langenbach, voorzitter raad van bestuur Maasstad Ziekenhuis: “We zijn enorm trots dat het Maasstad Ziekenhuis, als onderdeel van het Anser prostaatnetwerk, is aangewezen als koploper op het gebied van prostaatkankeroperaties. We hebben dit alleen kunnen bereiken door de unieke samenwerking binnen dit netwerk: een samenwerkingsverband van zeven ziekenhuizen in de regio west Nederland (Albert Schweitzer ziekenhuis, Erasmus MC, Franciscus Gasthuis & Vlietland, HMC, LUMC, Maasstad Ziekenhuis en OLVG). Alle patiënten van deze ziekenhuizen en onze andere lokale partners zijn door de samenwerking verzekerd van de beste zorg bij de behandeling van prostaatkanker.”

Binnen het Anser prostaatnetwerk wordt alle kennis gedeeld, de modernste technieken toegepast en verrichten we gezamenlijk wetenschappelijk onderzoek op het gebied van prostaatzorg. Voor onderzoek, diagnose en nazorg kunnen patiënten terecht in één van de zeven betrokken ziekenhuizen, de Anser prostaatcentra. Als een operatie nodig is, wordt de patiënt verwezen naar de gespecialiseerde Anser prostaatoperatiekliniek in ons ziekenhuis in Rotterdam.

Lees het hele artikel  via deze link.